15 May
“Zorg dat je een baan vindt die bij je past”

“Zorg dat je een baan vindt die bij je past”

Ank Mouwen (53) is locatiemanager bij Martha Flora, een particuliere organisatie voor dementiezorg. Ze heeft een veelomvattende baan waarin ze onder meer personeel aanstuurt, de administratie verzorgt maar ook de loodgieter belt als er een verstopping is. Ontspanning vindt ze vooral in gezellige avonden met vrienden.

 

Locatiemanager klinkt als een hectische baan. Heb je veel stress?

“Eigenlijk niet. Dat komt vooral omdat ik mijn werk zo leuk vind. Het is gevarieerd en ik heb veel verantwoordelijkheid. Het voelt een beetje als mijn eigen toko. Ik heb eerder gewerkt als stewardess en als verpleegkundige. In die tijd werkte ik om te leven. Zo is het niet meer. Ik maak nu lange dagen, maar ik kan wel mijn eigen tijd indelen. De organisatie is klein, daardoor blijft het behapbaar. Als ik de deur uitloop, is alles wat echt gedaan moest worden ook gedaan. Als ik ’s avonds dan nog iets voor mijn werk doe, dan doe ik dat omdat ik daar zin in heb en me betrokken voel.”

 

Wat doe je om fit te blijven?

“Ik probeer vijf keer in de week te sporten. Meestal ga ik hardlopen. Dat doe ik vooral om lichamelijk fit te blijven. Tijdens het lopen kan ik behoorlijk malen in mijn hoofd, dus mentaal ontspant dat niet echt. Dat lukt wel als ik met onze leenhonden ga wandelen. In het weekend passen we op twee grote jachthonden. Ik ontspan ook tijdens gezellige avonden met vrienden of als we lekker uit eten gaan. Mijn voedingspatroon? Ik eet te weinig groenten en fruit en ik drink graag een wijntje. Het zou goed zijn dat te veranderen, maar puntje bij paaltje denk ik: wijn is ook gewoon lekker en ik werk er hard genoeg voor.”

 

Welke balans-tip wil je met anderen delen?

“Ik denk dat je in balans blijft door stress te voorkomen. Zorg daarom om te beginnen dat je een baan vindt die bij je past. Dan is het een kwestie van goed plannen en zorgen dat je werk af is. Voor sommigen werkt een lunchwandeling ontspannend, ik zou alleen maar denken aan het werk dat op me ligt te wachten. Als het nodig is, werk ik langer door. Dan ga ik op een andere dag soms wat eerder naar huis. Die ruimte heb ik, maar ik houd mijn overuren niet bij.”