Arbeidsvoorwaarden

Voorwaarden en voorzieningen

Jouw Loopbaanbudget

Het Loopbaanbudget draagt bij aan de duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers. Kent uw organisatie een soortgelijke regeling, dan kunt u hier de informatie over deze regeling vermelden. Hieronder een voorbeeld uit de cao Sociaal Werk.

 

Een baan voor het leven bestaat niet meer. Als jij blijft groeien ben je breed inzetbaar en kun je langer en beter je werk doen. Om deze ontwikkeling te ondersteunen is er het Loopbaanbudget. Het loopbaanbudget bestaat uit twee onderdelen:

  • het loopbaanbedrag: een percentage van je salaris, dus in geld
  • de vitaliteitsuren: verlofuren, dit was voorheen het vitaliteitsbudget dat is voortgekomen uit de leeftijdsuren

Het Loopbaanbudget kun je voor uiteenlopende zaken gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan een opleiding, loopbaanadviestraject, stage bij een ander bedrijf of extra verlof voor het verlenen van mantelzorg. Dit kan allemaal jouw arbeidsmarktfitheid verbeteren. En hoe beter jij in je vel zit, hoe beter dat is voor de organisatie.

Je werkgever reserveert het Loopbaanbudget voor jou, maar je krijgt het niet in handen. Het is geen loon, je moet het echt gebruiken voor je individuele inzetbaarheid. Daarom hoef je er ook geen belasting over te betalen. Dit bedrag telt dus ook niet mee voor zaken als pensioenopbouw en sociale zekerheid.

Het Loopbaanbudget kan maximaal 36 maanden opgebouwd worden. Daarna vervalt steeds het opgebouwde bedrag uit de eerste maand. Laat dat niet gebeuren!

Aan het Loopbaanbudget is een jaargesprek gekoppeld. Dit is een gesprek tussen jou en je werkgever. Je werkgever gaat in dat gesprek in op de ontwikkeling van de organisatie en wat dat voor jou betekent. Jij krijgt de gelegenheid te vertellen welke ontwikkelingsmogelijkheden je voor jezelf ziet en hoe je daarmee aan de slag wilt. 

Voordat je gebruik kunt maken van je Loopbaanbudget, moet aan drie belangrijke voorwaarden zijn voldaan:

  • de besteding van het Loopbaanbudget moet gericht zijn op het bevorderen van de duurzame individuele inzetbaarheid van de werknemer;
  • het gebruik moet afgestemd zijn in een jaargesprek;
  • de afspraken moeten vastgelegd zijn in een Persoonlijk Individueel Inzetbaarheidsplan. Dit plan moet door werkgever en werknemer ondertekend worden. De afspraken kunnen tussentijds worden gewijzigd, maar dat moet dan wel opnieuw worden vastgelegd.