Wet Verbetering Poortwachter

Wet Verbetering Poortwachter

De Wet Verbetering Poortwachter (WVP) is opgesteld om het aantal langdurig zieke werknemers terug te dringen. Volgens deze wet zijn de werkgever en werknemer samen verantwoordelijk voor een snelle re-integratie. Van jou wordt verwacht dat je je actief opstelt en initiatief neemt om weer aan de slag te gaan. Ook je werkgever moet zich inspannen om jou weer aan het werk te krijgen. Als dat nodig is moet hij je werk, je werkplek of de arbeidsmiddelen aanpassen.

Hoe verloopt de procedure Wet Verbetering Poortwachter?

WVP.jpg

 

Schema WVP: http://www.verminderverzuim.nl/wet-poortwachter

De eerste zes weken:
Je meldt je ziek bij de juiste persoon op de eerste ziektedag. Dit is meestal je leidinggevende. Je werkgever geeft dit door aan de arbodienst. In week 2 neemt de arbodienst contact met je op om de aard van je ziekte te bespreken. Kort daarna word je uitgenodigd om naar het spreekuur te komen.

Week 6 tot week 8:
De bedrijfsarts stelt uiterlijk in week 6 een probleemanalyse op. Hierin geeft hij aan wat jouw beperkingen zijn en hoe deze opgelost kunnen worden. De werkgever krijgt een zogenaamd richtinggevend advies. Op basis daarvan kan hij met jou afspraken maken over een mogelijke (gedeeltelijke) werkhervatting.

Binnen twee weken na de ontvangst van de probleemanalyse stel je samen met je werkgever een Plan van Aanpak (PvA) op. Hierin beschrijf je wat er moet gebeuren om weer aan de slag te kunnen. In het PvA worden de doelstellingen en de tijd waarbinnen die behaald moeten worden, duidelijk omschreven. Een casemanager begeleidt en controleert het PvA. In de meeste gevallen is je directe leidinggevende de casemanager.

Periodieke voortgang
Het is de bedoeling dat jij en je werkgever elke zes weken bij elkaar komen om de voortgang te bespreken. Het PvA mag tussentijds worden aangepast. De werkgever zorgt ervoor dat de bedrijfsarts regelmatig contact met je heeft over het verloop van de arbeidsongeschiktheid.

Week 42:
In week 42 moet je werkgever je ziek melden bij het UWV.

Week 50:
ort voor de overgang naar het tweede jaar nemen jij en je werkgever alles nog eens goed door. Kunnen jullie nog iets ondernemen om jou weer aan het werk te krijgen? Je ontvangt hier een brief over als je zo’n vijftig weken ziek bent.

Vanaf week 87:
In deze week ontvang je de WIA-aanvraagformulieren van het UWV. Deze dien je in als je na 91 weken het werk nog niet volledig hebt hervat. Je werkgever moet daarnaast een re-integratieverslag insturen. Hierin moet onder meer worden beschreven wat jullie hebben gedaan om de terugkeer te bevorderen. De arbodienst levert ook een bijdrage. Jij moet akkoord zijn met de inhoud van het re-integratieverslag. Ben je het niet eens, zorg er dan voor dat je reactie in het dossier terechtkomt.

Uiterlijk in week 104 beoordeelt het UWV je WIA-aanvraag. Op basis van het re-integratieverslag wordt bekeken of er genoeg is gedaan om terugkeer naar de werkvloer mogelijk te maken. Is dat niet zo, dan kan het UWV een WIA-uitkering weigeren of verminderen.

Doorbetaling loon
Bij ziekte moet je werkgever twee jaar lang 70% van het laatstverdiende loon betalen. In het eerste jaar moet dit minstens gelijk zijn aan het minimumloon. Kan je werkgever niet aantonen dat hij zich voldoende heeft ingespannen om je te laten re-integreren, dan kan de UWV hem verplichten ook het derde jaar loon door te betalen.

Passend werk
Als je niet kunt terugkeren in je oude functie, dan moet je werkgever passend werk aanbieden binnen het bedrijf. Dit kan een deeltijdbaan zijn of werk met een aangepast takenpakket. In het uiterste geval kan hij je een andere functie aanbieden of een baan bij een andere werkgever. Als je hier niet op ingaat, kan dit leiden tot stopzetting van het loon en zelfs tot ontslag.